Met wat minder goed weer naar het hunebedcentrum in
Borger.
Heel veel stenen dat wel. Van de hunebed daar heb ik geen foto’s. Via
internet kun je net zoveel hunebedfoto’s bekijken als je wilt. In het centrum
tref je aan een uitgebreide collectie vondsten en gebruiksvoorwerpen uit de
tijd van de hunebedbouwers. Hoe leefden zij en hoe is het hen vergaan. Mijn
aandacht werd getrokken door afbeeldingen en informatie over de Eridanos of
Baltische rivier.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjob08mQtEW68qEKlAbsOYOs7nqOPMA_MeCuu_UBM4WhGVMtvJEjjODkqDsCKPbC5hG5ZZdL7hdLFSrROOWHcFSzA3jw-nU7aE6GGpgFeCGO205PHMzuM5TDnoMDL2ZYVPe2VYuCUNVopg/s320/eridanos.JPG) |
Foto afkomstig van internet |
Een voormalige rivier die voornamelijk moet hebben gestroomd
door wat nu de Oostzee is. 40 miljoen jaar geleden ontstond de Eridanos. Twaalf
miljoen jaar geleden bereikte de rivier het Noordzeebekken en bouwde daar met
haar sedimenten een reusachtige delta. De rivier had omstreeks 1 miljoen jaar
geleden een lengte van 2700 km. Qua omvang moet hij toen half zo groot zijn
geweest als de Amazone nu. De sedimenten van dit riviersysteem zijn in de
Nederlandse ondergrond terug te vinden
in o.a. Appelscha. In de loop van de daarop volgende eeuwen heeft de
rivier opgehouden te bestaan. De hunebedbouwers hebben daarvan niets
meegekregen. De door de bouwers gebruikte stenen werden tijdens latere eeuwen
meegevoerd door gletsjers en, na het smelten daarvan, achtergelaten in de
zandgronden van o.a. Drenthe. In de filmzaal van het museum wordt de hele
ontwikkeling van dooi gletsjers tot de bouw van een simpele hunebed in een wat
langdradige film weergegeven. Te lang worden kijkers geconfronteerd met
ijzige winden en besneeuwde prairies. En de wijze waarop de stenen voor een
hunebed bij elkaar worden gesprokkeld komt niet erg serieus en professioneel
over. Het is goed bedoelt, maar het kan beter lijkt mij. Ooit gehoord van een
pingoruïne? In Nederland hebben wij er een aantal. Te
vinden in het noorden en oosten van ons land. Het hunebedmuseum geeft je een weg
naar een pingoruïne, en je krijg er alle informatie die je nodig hebt. Maar wat
is een pingoruïne? Ik citeer o.a. uit Google: “Tijdens de laatste ijstijd was
het zo koud dat de bovenste laag van de ondergrond permanent bevroren was
(permafrost). De bodem was tenminste twintig meter en plaatselijk tot wel
vijftig meter diep bevroren. Onder deze bevroren bodem bevond zich grondwater
dat vanwege de grote diepte sterk onder druk stond. Op plaatsen waar zich
scheuren in de permafrost bevonden welde het grondwater daarom omhoog. Zodra
het in de zone met permafrost kwam bevroor het. Hierdoor ontstond een
ondergrondse ijslens, die door de aanvoer van nieuw grondwater bleef groeien.
De grond boven de ijslens werd steeds verder omhooggeduwd. Er ontstond een
heuvel die tientallen meters hoog kon worden. Door de aanhoudende groei van de
ijsheuvel ontstonden er op een gegeven moment scheuren in de grond bovenop de
ijslens. Zonlicht kon nu op het ijs schijnen, waardoor dit langzaam ging
smelten. Ook de bedekkende grondlaag ontdooide. Geholpen door het smeltwater
dat van de pingo afstroomde geleden stukken grond naar beneden, die zich aan de
voet van de heuvel ophoopten. Zo vormde zich aan de onderkant een ringvormige
aarden wal, de zogenaamde randwal. Toen al het ijs gesmolten was bleef er een
ringvormige krater over die zich vulde met smeltwater: een pingoruïne.
Pingoruïnes
zijn voornamelijk te vinden in Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. In
deze noordelijke provincies was de grond tijdens de ijstijden permanent
bevroren. Het Uddelermeer op de Veluwe is een van de mooiste voorbeelden
van een pingoruïne in ons land. Met zijn zeventien meter is het tevens de
diepste pingoruïne die we hebben.” Nog
meer weten over deze onderwerpen en voor nog meer weetjes over de
hunebedbouwers, dan naar het hunebedmuseum in Borger. Gratis parkeren.
Reacties
Een reactie posten